Tulpenliefde
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Inleiding | Ontstaan van het verhaal | Fragment |
Fragment uit Tulpenliefde
Download hier hoofdstuk 1 van Tulpenliefde.
Inleiding (flaptekst)
Haarlem, 1635. Hester Falliaert heeft een groot schildertalent en droomt van een eigen atelier. Wanneer haar vader overlijdt aan de pest trekt ze in bij de enige vrouwelijke schilder in de stad: Judith Leyster. Tussen de vrouwen groeit een bijzondere vriendschap. Als Judith met haar man naar Amsterdam verhuist, voelt Hester zich gedwongen te trouwen. Maar het is geen gelukkig huwelijk: haar man is arrogant en hebzuchtig en mishandelt haar. Ondertussen zit de tulpenhandel in een hausse; er heerst een ware bollengekte, waarmee ook Hester en haar man flink geld verdienen. Hester beraamt een plan om zich te bevrijden uit haar huwelijk en haar eigen dromen na te jagen.
Tulpenliefde is het verhaal van een sterke, talentvolle vrouw in het Haarlem van de Gouden Eeuw. Roobol laat deze oude stad herleven en schrijft met veel gevoel over liefde, hebzucht en verlangen.
Ontstaan van het verhaal
In 2010 ging ik op een rustige zondagmiddag samen met mijn man naar het Frans Hals museum in Haarlem. De kinderen woonden nog thuis en we wilden een keer iets met zijn tweeën doen. Ver was het niet, we wonen vlak bij Alkmaar.
We gingen naar een tentoonstelling over Judith Leyster die in samenwerking met de National Gallery of Art in Washington D.C. was georganiseerd.
Judith Leyster is de bekendste meester-schilderes die een eigen werkplaats had, iets wat bijna ondenkbaar was voor een vrouw in de zeventiende eeuw. Bovendien hadden haar schilderijen geen typische ‘vrouwelijke’ onderwerpen, zoals bloemen en insecten, maar maakte zij doeken met portretten, spelende kinderen en andere figuren. Haar losse stijl en de bijzondere lichteffecten in haar schilderijen vielen ook op. Terwijl ik de achtergrondinformatie bij de tentoonstelling las, kwam ik erachter dat er maar weinig werken van haar bewaard zijn gebleven. Ze was slechts korte tijd een zelfstandig schilderes.
![]() |
Op het moment dat ik haar zelfportret zag, waarop ze zo vrolijk en zelfbewust naar voren kijkt, werd mijn fantasie geprikkeld. Waarom had ze haar eigen werkplaats opgegeven? In de informatie werd gezegd dat ze waarschijnlijk was opgehouden met schilderen nadat ze met de schilder Jan Miense Molenaer was getrouwd. Er is dan ook maar één werk van haar hand bekend na 1636, een aquarel van een tulp, geschilderd in 1643.
![]() |
Ik kon me nauwelijks voorstellen dat iemand die haar eigen zaak had en iemand die zulke gepassioneerde doeken maakte, was opgehouden met schilderen.
En ineens, vanuit het niets, ontstond een verhaal.
Over een vrouw die wilde schilderen.
Over een vrouw die er geen genoegen mee wilde nemen dat ze op het tweede plan kwam te staan. Over een vrouw die er moeite mee had om zich te schikken naar haar man.
Over een vrouw die aan haar verstikkende huwelijk wilde ontsnappen.
Dat verhaal is Tulpenliefde geworden.